Een van de aanleidingen voor een sabbatical, was het verlangen terug te gaan naar Gotland. Het eiland geeft me het gevoel volledig te mogen zijn met al dat is, een gevoel van belonging. En dat ik de tijd mag nemen hierin te zakken. Dat zij met compassie wacht tot ik zover ben. Open armen en hart, en tegelijk zonder verwachting. Tijd loopt anders voor haar, dus een dag of jaar meer of minder maakt niet uit. Een soortgelijk gevoel kan ik overigens ook hebben bij de Soete Moeder, en eigenlijk in meerdere kapellen die intensief gebruikt worden. Op specifieke plekken dus, waar het hier het hele eiland is.
Het is duidelijk dat ik aanhang tegen de volgende stap, maar hier niet echt in durf te zakken: angst. Een soort fundamentele angst op een andere laag, die ik veelal vermijd te voelen. Ik weet dat als ik deze durf te laten zijn, er ruimte is voor stroming. De drempel ervoor is echter heel hoog. Zij wacht geduldig, vol vertrouwen en in stilte tot ik stapje voor stapje de drempel over zal gaan. Zelf weet ik ook dat ik de drempel over zal gaan, alleen niet wanneer.
Foto links: het begin van een gebedssnoer dat ik voor mezelf aan het maken ben met zes veertjes van een fazant. Op de achtergrond de trojaborg (labyrint) in Visby waar ik was als pelgrim om mijn respect te tonen en de krachten van het eiland te eren.
Foto rechts: beeldsteen van Ormkvinna, die ik met veel hulp uiteindelijk vanmorgen gevonden heb. Het originele beeld staat in het museum, dit is een replica ongeveer op de gevonden plek: het grootste (pre)Viking grafveld op Gotland.
Vandaag wordt het wel wat duidelijker. Alleen hier zijn is fijn, maar geeft ook een bepaalde eenzaamheid. Een gevoel dat ik uit de weg ga thuis. Tegelijk weet ik dat in die eenzaamheid kracht zit en heel zijn in mezelf. En dat ik de eenzaamheid nodig heb om tot sommige inzichten te komen (voor andere inzichten heb ik juist anderen nodig). Het voelt alsof de eenzaamheid heeft te maken met schaduw stukken van mezelf. Aspecten die ik niet wil zien of ervaren omdat ze me anders maken. Het uit zich in de onzekerheid die ik voel als ik mijn grens aan geef: als ik er helemaal ben voor mezelf, word ik dan afgewezen?
Tegelijk merk ik dat hoe meer ik me verdiep in de aspecten die me mijn unieke zelf maken, hoe meer ruimte ik heb me te verbinden met anderen en te voelen hoe we hetzelfde zijn. De beweging naar binnen, belonging voelen bij mezelf, maakt dat ik ook ruimte heb dat met anderen te voelen.